Naar Vlieland

Wouter en ik hadden al lang het plan plan om vanaf de thuishaven Rotterdam buitenom naar Vlieland te varen. Op maandag 2 september was het zover. Rond 10:00 de Parksluis uit, op naar IJmuiden. De westenwind op de kop verhinderde ons zeilen op de Nieuwe Waterweg (wat ik normaal graag doe), dus de zeiltje hesen we pas bij de Noorderpier van Hoek van Holland. Met een prachtig zoet windje en een warme zon kabbelden we richting IJmuiden. De totale afstand bedraagt zo’n 50 mijl. Ik reken vaak met een gemiddelde snelheid van 4,5 knoop, dus komen we op 11 vaaruren uit. In de praktijk blijken we er door het later op de dag tegenstaande tij 15 uur over te doen. In het donker Marina IJmuiden binnengelopen, en om het tij de volgende dag weer gunstig te hebben er ook in het donker weer uit na een korte nachtrust.

Half 6 de haven van IJmuiden uit, op naar Vlieland. Ook nu was het met deze wind en stroom bijna krassen op de kaart. Uiteindelijk toch Vlieland bereikt na een uur of 11.

IMG_0579

Terug zouden we het anders gaan doen, niet in twee maar in vier etappes: Vlieland – Oudeschild – IJmuiden – Scheveningen – Rotterdam. Dat beviel uiteindelijk veel en veel beter, omdat je dan ongeveer 6 uur vaart en als je gunstig plant het tij in elk geval niet tegen hebt.

Het mooiste deel van de terugtocht was de etappe Vlieland – Oudeschild door het Molengat (tegenwoordig is dat geen formeel vaarwater meer, in 2012 lag er nog laterale betonning, nu enkele gele markeringen). Met de NW-wind schuin op de kont voeren we het steeds nauwer wordende steegje tegemoet. Voor ons lagen enkele grotere schepen te wachten voor de inloop van het Molengat, misschien wel met twijfel of ze met de dikke windkracht 5 die er nu staat het gat willen induiken. Wij passeren ze. Ondertussen zijn de golven groter geworden en de wind harder, waardoor de andere schepen in een dansend ritme in de kuilen van de golven zakken en uit het zicht verdwijnen. Alleen de masttoppen blijven in beeld. De andere schepen wachten eerst nog even, maar als ze na een minuut of tien zien dat wij ver genoeg het gat zijn ingedoken, volgen zij ons.

Ik zeg Wouter zijn lifeline vast te maken aan een oog in de kuip, en haal het extra stevige board van betonplex uit de bakskist, om de inloop dicht te maken voor het geval een breker straks de kuip in spoelt. Ik kan me namelijk nog herinneren dat ik met broer en drie zussen in een gehuurde Bavaria 43 precies hier bij de Noordelijke inloop van het Molengat achterom keek omdat ik een sissend geluid hoorde, en vervolgens een staande golf van twee meter op ons af zag komen rollen. “Niet schrikken, kont dwars op de golven houden,” kon ik nog net zeggen, en toen gebeurde het. Ondanks het behoorlijke hoge vrijboord stroomde er een bak water in de kuip, de kont werd opgetild, het schip werd even stuurloos, en onder ons door schoof een massa grijs water met luid geraas. De boot maakte behoorlijk slagzij, eerst langs bak, daarna langs stuur, en kwam langzaamaan weer stabiel te liggen op de wind. De kuip lag inmiddels vol met zand en schelpen. Binnen was de vloer flink nat.

Dat wilde ik niet nog ’s meemaken met mijn veel lager op het water liggende Contessa. Dus een dikke plaat voor de inloop, en beiden goed gezekerd aan een lijn, en reddingsvest om. Aan de helmstok bleef ik vooruitkijken, niet achteruit (je moet de zee niet uitdagen :-), en op gevoel corrigeerde ik de bewegingen die het schip maakte door de flinke achterop komende golven. Precies in het smalste deel van het Molengat waren de golven het krachtigst, en kwam er een tegenliggend visserschip met uitgeboomde netten aan. Achterop aanzwellende golven, aan stuurboord het harde zand van Noorderhaaks, aan bakboord het strand en voor ons de bomen van een visserman, terwijl scherp sturen met deze zeegang onmogelijk was. We hebben zoveel mogelijk de hoge kant opgezocht, de passage verliep uiteindelijk goed, en na de visserman een wederzijdse groet te hebben gebracht draaiden we gestaag over bakboord onder Texel door, steeds hoger aan de wind in het  bijna vlakke water van de opper. Tijd voor Wouter om de aardappels op het vuur te gaan zetten. Ik voer in mijn eentje de haven van Oudeschild binnen, en tegen de tijd dat ik vastmaakte aan de steiger klonk het van onder af: ” Aan tafel!”

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.